fazant à la
brabançonne
Bak de spekjes krokant in een hete pan
zonder bakstof.
Witloofpuree: hou een paar blaadjes apart en
maak van de rest van het witloof een puree
door de stronken in repen te snijden en in de
pan te bakken in boter samen met gesnipperde
ui en geplet knoflook. Zet er de handmixer in en
mix tot puree met een lepel room, peper en
zout en een paar eetlepels ingekookte
kippenfond.
Fazant: Bak de fazantfilets goudbruin aan alle
kanten in schuimende boter in een braadpan
waar een deksel op kan. Laat garen op een
zacht vuurtje. Laat afgedekt rusten.
Saus brabançonne: deglaceer de braadpan
met wildfond. Zeef, voeg room en een flesje
bier toe. Kruid de saus en laat inkoken. Bind de
saus indien nodig.
Gebakken zilveruitjes: bak de geschilde
verse uitjes in boter, bestrooi op het laatst met
wat suiker en laat kort karameliseren.
Gefritruurde uiringen: frituur enkele ringen
rode ui.
Op het bord: verdeel 3 stukken voorgesneden
filet. Overgiet die met een lepel saus. Garneer
nu naar eigen inzicht en inspiratie de andere
ingrediënten: blaadjes rauw witloof met daarop
een lepeltje witloofpuree, julienne van rode
biet, gefrituurde rode ui, gebakken zilveruitjes,
spekjes. Werk af met blaadjes bloedkers en
rodebiet scheutjes. Serveer met kroketjes.
Dit is een absolute klassieker uit de
Belgische keuken. De ‘brabançonne’ heeft
evenwel niets te maken met het nationale
volkslied.
Wél met het grondwitloof én met het
gueuzebier dat de typische smaakt geeft
aan dit gerecht.
fazantfilets
wildfond
gueuze
zilveruitjes
kristalsuiker
rode ui
bloedkers
scheutjes van rode
biet
rode biet
Kruimelpad
Selectie
Seizoensgebonden producten
De meeste ingrediënten in dit recept
zijn het hele jaar door beschikbaar.
Hier wordt van sommige vermeld
wanneer ze op hun best zijn.