De asperges. Stoom de asperges bijna gaar in
ongeveer 6 à 7minuten. Laat ze uitlekken en
even afkoelen. Bak ze daarna in wat boter tot ze
beginnen te kleuren. Kruid met peper en zout.
Zet ze afgedekt weg.
De lente-uitjes. Bak de gehalveerde lente-uitjes
in dezelfde pan tot ze beginnen te kleuren. Niet
te lang, want het groen van de uitjes moet
zichtbaar blijven. Zeg ze in een schoteltje en
bewaar afgedekt en warm.
De lintfrietjes. Droog de lintfrietjes in een
keukenhanddoek. Frituur ze tweemaal. Eerst
een tweetal minuutjes op 150°C. Laat afkoelen
en frituur ze net voor het opdienen een tweede
keer op 175°C tot ze mooi goudgeel kleuren.
Gefrituurde peterselie. Droog en frituur de
plukken peterselie kort op 150°C. En kort
betekent hier niet langer dan een half minuutje.
Let op voor het spatten, zelfs al heb je de
plukken goed gedroogd.
Op het bord. Kies indien mogelijk voor ovale
borden. Besprenkel in de lengte de helft ervan
met saus. Leg op de andere helft een portie
lintfrietjes. Breng die op smaak met zout.
Schik het lamsoor, groene asperges en lente-
uitjes op de saushelft. Leg één of een paar
vismoten op de frietjes. Werk die af met een
flinke portie gefrituurde peterselie. Dien op met
individuele potjes saus.
olijfolie
boter
vloeiende bloem
visbouillon
kookroom
witte wijn
saffraanpoeder
kurkuma
gemberpoeder
peterselie
schelvishaasje
met lentegroen
in saffraansaus
Voorbereiding. Snijd van de asperges de
harde stukken onderaan weg. Groene
asperges hoeven in principe niet geschild te
worden, maar voor de dikkere exemplaren van
eigen bodem is het toch aangewezen om het
wel te doen.
Was het lamsoor en snijd de lange stengels
eraf. Snijd het wortelstuk en de bovenste 10
centimeter van een busseltje lente-uitjes eraf.
Was de uitjes en halveer ze in de lengte.
Draai één dikke frietaardappel per bord door de
spiraalsnijder en maak er daarmee één lang lint
van. Was en snijd de helft van een busseltje
krulpeterselie in niet al te kleine stukken.
Snijd een schelvishaasje in stukken van
ongeveer 5 centimeter breed. Kruid met peper
en viskruiden. Leg elke moot vis op een
reepje ontbijtspek. Omwikkel ze ermee maar
zorg ervoor dat de naad van het spek onderaan
zit. Leg de omwikkelde moten in een
ovenschotel die ingevet is met wat olijfolie.
Draai ze er volledig in om zodat ook de
bovenkant ingeolied is.
De saus. Maak een lichte roux van boter en
vloeiende bloem. Leng aan met hete
visbouillon, culinaire room en witte wijn. Kruid
met een zakje saffraanpoeder, een eetlepel
kurkuma, een koffielepeltje gemberpoeder en
wat peper en zout uit de molen.
Laat inkoken tot een niet al te zwaar gebonden
saus. Corrigeer de dikte met scheutjes room en
witte wijn.
De schelvismoten. Schuif de ovenschotel 25
minuten in een voorverwarmde oven op 185°C.
zet de laatste minuten de ovengrill aan, zodat
het spek mooi kleurt. Haal ze uit de oven en zet
ze afgedekt weg.
Kruimelpad
Selectie
Seizoensgebonden producten
De meeste ingrediënten in dit recept
zijn het hele jaar door beschikbaar.
Hier wordt van sommige vermeld
wanneer ze op hun best zijn.