De Römertopf. Zet de Romeinse pot een half uurtje te week in water. Leg er daarna de lamsbout in. Hier werd gekozen voor een lamsbout zonder been. Voeg de groenten toe: een volledige bol vers knoflook, ongepeld en gehalveerd, een tweetal wortelen, geschild en in grote stukken gesneden, een zestal sjalotjes, gepeld en gehalveerd. Giet een bokaaltje lamsfond in de pot. Leg er een stokje kaneel bij en kruid verder met koffielepeltjes gemberpoeder, komijnpoeder, kurkuma, peper uit de molen, zout en een zakje saffraanpoeder of -draadjes. Zet de pot in een koude oven. Stel in op 200°C en op 1 ½ uur tot 2 uur, afhankelijk van het gewicht van de bout. Tfaya. Snijd een stuk of 6 rode uien in flinterdunne plakjes. Ontpit een tiental gedroogde dadels en snijd ze in lange repen. Doe beiden in een pan samen met een flinke klont boter, een paar eetlepels vloeibare honing en een klein glas water. Kruid met theelepeltjes kaneel, gember, kurkuma, saffraan, peper en zout. Breng aan de kook, verminder het vuur en laat de bereiding afgedekt een half uurtje sudderen. Voeg dan een paar scheutjes oranjebloesemwater toe en laat het vocht in de pan verdampen tot een stroperig resultaat bereikt is. Kikkererwten. Gebruik voorgekookte kikkererwten uit een bokaal. Giet ze af en dep ze droog met keukenpapier. Laat ze een tiental minuutjes uitdampen in een antikleefpannetje op laag vuur, tot ze goed gedroogd zijn. Maak een kruidenmix van paprikapoeder, uienpoeder, knoflookpoeder, komijnpoeder, gemberpoeder, zout en peper. Bestuif de kikkererwten in de pan met olijfoliespray. Strooi er de kruidenmix gelijkmatig over door een fijn zeefje. Roerbak de erwten 5 minuutjes op hoog vuur tot ze goudbruin en krokant zijn.