kneukels
De kneukels. Neem van de lauwe melk een
paar eetlepels af en los er de verse gist in op.
Zeef de bloem, maak een putje en giet er 2
losgeklopte eieren en een snuifje zout in.
Kneed en voeg de opgeloste gist en de rest
van de melk toe. Kneed tenslotte in water (of
rum) geweekte rozijnen door het deeg.
Schep balletjes van het deeg en maak ze mooi
rond van vorm. Leg ze op bakpapier, ver
genoeg uit elkaar en dek af met een propere
keukenhanddoek. Zet de schotel een uurtje
weg op een warme plaats om te rijzen.
Breng een ketel met water aan de kook.
Dompel de kneukels met een stuk of vier
tegelijk onder en laat ze een tiental minuutjes
koken. Zet ze warm weg tot gebruik.
De saus. Los bruine suiker op in wat water.
Laat lichtjes karamelliseren. Meng met
gesmolten boter tot een karamelsausje.
Leg de kneukels op borden, overgiet met de
saus en dien warm op.
25 cl melk
2 eieren
snuifje zout
boter
bruine suiker
Het gerechtje dateert uit de oorlogsjaren ’14-
’18 of zelfs daarvoor. Het was vooral in
armere gezinnen het dessertje bij uitstek
voor speciale gelegenheden, zoals de
eindejaarsfeesten of verjaardagen.
Dit Gentse gerecht is ook in West-
Vlaanderen bekend als Kortrijkse knibbels.
Een andere benaming is kneutels, wat
vooral in het Waasland gangbaar is. Nog een
andere benaming is knoedels. Het woord
komt immers zonder twijfel van het Duitse
‘Knödel’. En we zitten ook in de buurt van de
Tsjechische ‘knedliky’, brooddeegrollen die
niet zoet zijn, maar als aardappelvervanger
gebruikt worden in hoofdschotels.
Variant: de Nederlandse variant op de
kneukels is
Jan in de zak. De deegbal wordt in z’n geheel
in een neteldoek of een linnen zak gewikkeld
en weggezet om te rijzen. Dan gaat de zak in
de ketel om te garen. Aan tafel wordt de
knoedel in sneetjes verdeeld en op de borden
overgoten met de suikersaus.
Jan in de zak wordt vaak gemaakt met een
mengeling van tarwemeel en boekweitmeel. Als
je deze variant wil maken, even opletten: de
zak moet nat zijn en de binnenzijde bestoven
met bloem. Niet te strak dichtbinden, zodat er
plaats is voor het rijzen van het deeg.
500 g patisseriebloem
50 g rozijnen
25 g verse gist
Hoeveelheden
van
ingrediënten
worden
slechts
vermeld
als
het
écht
nodig
is.
Zelf
de
juiste
keuzes
maken
bij
de
uitvoering
van
een
recept,
met
jouw
passie
voor
het
kookvuur, dat is
creatief koken
!
meer recepten van zoete bereidingen:
kruimelpad: