begijnenkoek
Deeg:
100 g boter
100 g bruine suiker
rasp van 1/2 bio-
citroen
10 g muskaatnoot
10 g gemberpoeder
5 g kaneelpoeder
0.5 dl donker bier
1 ei
200 g
patisseriebloem
70 g boekweitmeel
snuifje zout
koffielepel
bakpoeder
Het deeg: meng zachte boter met de bruine
suiker, citroenrasp, nootmuskaat, gember,
kaneel, het bier, een ei en het zout. Roer dit
alles in de keukenrobot tot een gladde massa
en doe er dan de bloem, het boekweitmeel en
de bakpoeder bij. Voeg desnoods extra bloem
toe, het deeg mag niet kleven. Zet het 1 uur
weg, afgedekt op kamertemperatuur en
tochtvrij.
De vulling: breng 1 dl water aan de kook met
de suiker. Bind met maïzena opgelost in een
beetje water. Voeg er kokosrasp, het
amandelpoeder, de honing en de geweekte
rozijnen bij. Meng goed en laat afkoelen.
Rol het deeg dun uit en steek er ronde plakjes
van 8 à 10 cm doorsnede uit. Leg op elke
stukje deeg een lepel vulling en plooi dicht.
Druk de randen goed op elkaar en bak de
koeken 15 minuten in een oven voorverwarmd
op 180°C.
Laat afkoelen en werk af met een lepel
rabarber- en bessenconfituur. Strooi er op
laatst wat bloemsuiker over.
Eigen interpretatie van een recept van Felix
Alen (Hof ter Rhode / Xaverius vzw)
De vulling:
50 g suiker
10 g opgeloste
maïzena
75 g kokosrasp
75 g amandelpoeder
25 g honing
50 g geweekte
rozijnen
Afwerking:
Rabarber- of
rodebessen
confituur
Bloemsuiker
Begijnenkoek wordt op feestdagen en bij
speciale gelegenheden gebakken. In Diest
is dat onder meer ter gelegenheid van de
Begijnhoffeesten.
De Hasseltse begijnenkoek wordt gebakken
in de periode tussen 25 november (Sint-
Katarina) en 17 december (Heilige Begga).
Dat werd in 1626 contractueel
overeengekomen tussen de Hasseltse
begijnen en de abdis van Herkenrode. Er
zitten nogal wat verschillen in de
samenstelling van de koekjes. In de
Hasseltse versie zit er ook kruidnagel, anijs
en melk in de bereiding.
Begijnenkoeken zijn ook buiten Diest en
Hasselt gekend. En dat zowel in ons land
als in Nederland (zie link 3).