boukettes
250 g boekweitmeel
1 mespunt zout
2 eieren
1 dl melk
1 dl blond bier van
goede kwaliteit
100 g sultanrozijnen
Laat de rozijnen weken in de Pékèt of in een
ander soort jenever.
Verwijder het klokhuis, schil de appels en snijd
ze in dunne ronde plakken. Snijd die in vier
partjes. Besprenkel met wat citroensap.
Meng de ingrediënten voor het beslag:
boekweitmeel, zout, eieren, melk en bier. Laat
een kwartiertje rusten. Voeg dan de rozijnen en
het weekvocht toe.
Laat de boter smelten in de koekenpan en leg
enkele stukjes appelschijf op de bodem.
Bestrooi met cassonade en laat kleuren aan
beide kanten. Bedek met een pollepel van het
2 appels
Bruine cassonade
1 glaasje Pékèt (of
een andere
Belgische jenever)
Boter
Luikse stroop
beslag. Hef de schijfjes op om het deeg
eronder te laten lopen. Keer na een paar
minuten, als de bovenzijde niet meer blinkt, de
pannenkoek voorzichtig, héél voorzichtig om.
Doe hetzelfde met de rest van het beslag en
serveer met Luikse stroop en een glaasje
gekoelde Pékèt.
Deze boekweitpannenkoek met appeltjes en
rozijnen is een “crêpe du pays de Herve”, de
Hervestreek dus, maar er zit wel géén kaas
in dit gerechtje.