bruine rum
rietsuiker
suikerklontjes
kaneelpoeder
ei
ovenverse appelflappen
ingrediënten - info
plakjes bladerdeeg
appels
rozijnen
Borstel de randen in met losgeklopt ei. Vouw het deeglapje nu
diagonaal dicht en druk met een vork de randen goed dicht.
Bedek een vlakke bakplaat met bakpapier en schik daarop de
appelflappen. Bestrijk ze met een borsteltje met losgeklopt ei
en strooi er royaal grof gemalen suikerklontjes over. Bak ze in
25 minuten in een voorverwarmde oven op 185°C tot ze
goudbruin zijn.
Laat ze best afkoelen tot lauw voor ze op te dienen. Al is dat
moeilijk als de geur ervan in je neus hangt.
Laat de rozijntjes een kwartiertje weken in een glaasje bruine
rum. Schil een paar zoete appeltjes, ontdoe ze van het
klokhuis en snijd ze in kleine dobbelsteentjes.
Doe de appelstukjes samen met een paar eetlepels rietsuiker,
een theelepeltje kaneelpoeder en de geweekte rozijntjes mét
de rum in een kom. Laat een paar minuutjes sudderen op
laag vuur tot de appelpartjes zacht zijn. Niet te lang of je hebt
appelmoes. Giet af door een puntzeef. Teveel vocht is niet OK
voor het bladerdeeg.
Rol de plakjes bladerdeeg een beetje uit met een deegrol,
maar zorg ervoor dat ze hun vorm behouden. Leg wat van de
vulling in het midden, maar niet te dicht bij de rand.
ovenverse
appelflappen
bruine rum
rietsuiker
suikerklontjes
kaneelpoeder
ei
Borstel de randen in met losgeklopt ei. Vouw
het deeglapje nu diagonaal dicht en druk met
een vork de randen goed dicht.
Bedek een vlakke bakplaat met bakpapier en
schik daarop de appelflappen. Bestrijk ze met
een borsteltje met losgeklopt ei en strooi er
royaal grof gemalen suikerklontjes over. Bak
ze in 25 minuten in een voorverwarmde oven
op 185°C tot ze goudbruin zijn.
Laat ze best afkoelen tot lauw voor ze op te
dienen. Al is dat moeilijk als de geur ervan in je
neus hangt.
Laat de rozijntjes een kwartiertje weken in een
glaasje bruine rum. Schil een paar zoete
appeltjes, ontdoe ze van het klokhuis en snijd
ze in kleine dobbelsteentjes.
Doe de appelstukjes samen met een paar
eetlepels rietsuiker, een theelepeltje
kaneelpoeder en de geweekte rozijntjes mét de
rum in een kom. Laat een paar minuutjes
sudderen op laag vuur tot de appelpartjes zacht
zijn. Niet te lang of je hebt appelmoes. Giet af
door een puntzeef. Teveel vocht is niet OK voor
het bladerdeeg.
Rol de plakjes bladerdeeg een beetje uit met
een deegrol, maar zorg ervoor dat ze hun vorm
behouden. Leg wat van de vulling in het
midden, maar niet te dicht bij de rand.
